2014 Santiago (Kaapverdië)
Santiago (Portugees: São Tiago) is het grootste en belangrijkste van de Kaapverdische Eilanden. Het meet 991 km² en telt 274.044 inwoners. De Kaapverdische hoofdstad Praia, de hoofdstad van de archipel, ligt op dit eiland, dat behoort tot de geografische regio Ilhas de Sotavento. Van Santiago wordt gezegd dat het veel op Afrika lijkt, door bergachtig gebied en groene valleien. Aan de oostkust zijn bananenplantages. Het eiland is van vulkanische oorsprong. De hoogste berg is de Pico da Antónia (1394 m). Het bergachtige midden van het eiland is relatief neerslagrijk en daardoor het meest vruchtbare gebied van de archipel. Het eiland werd rond 1460 ontdekt door António da Noli, die vervolgens van 1462 tot 1496 kapitein was van het garnizoen in het door hem gestichte Ribeira Grande (tegenwoordig Cidade Velha), de eerste Europese nederzetting in de tropen. Omstreeks 1720 woonden er zo'n 12.000 mensen, een aantal dat aan het eind van de eeuw zou oplopen tot 26.000. De bevolking was een etnische smeltkroes van Afrikanen en Portugezen; er woonden maar enkele tientallen blanke Europeanen. Jan Frans Michel uit Mechelen in de Zuidelijke Nederlanden zette er op 15 november 1752 voet aan wal, tijdens de tweede Chinavaart van de Pruisische Aziatische Compagnie, en beschreef het eiland uitvoerig. Elisabeth van der Woude uit Nieuwe Niedorp beschreef in haar uitgegeven dagboek de reis naar Nederlands-Guiana en haar bezoek aan Santiago in 1677, waar vader overleed en illegaal begraven moest worden, omdat hij Gereformeerd was en niet rooms-katholiek.